Veel Nederlanders gaan dagelijks met de fiets naar het werk. Maar waar letten Nederlanders eigenlijk op voordat ze met de fiets naar hun werk gaan. En hoe gaat de werkgever daarmee om?
Een kwart van alle Nederlanders pakt (bijna) dagelijks de fiets naar het werk, ruim anderhalf miljoen mensen. En ondanks het grootschalige gebruik van smartphones, kijken veruit de meeste mensen in de eerste plaats uit het raam om te beoordelen of ze op de fiets naar het werk gaan. Op de tweede plaats komt Buienradar, gevolgd door een andere app en het weerbericht op televisie. Steeds minder mensen luisteren naar het weerbericht op de radio.
Historische weerdata
Gegevens over het weer van de afgelopen tien tot dertig jaar kunnen ons veel vertellen over het gemiddelde weer en de invloed hiervan op de Nederlandse woon-werkfietser.
Zo blijkt de zomer – waarin de meeste mensen op de fiets naar hun werk gaan – het natste seizoen te zijn. Woensdag is over het algemeen de droogste dag en het droogste uur van de dag is meestal tussen 9.00 en 10.00 ’s ochtends.
Gewoon fietsen
Voor vier op de vijf fietsers is een bui regen geen reden om de fiets te laten staan. Wel wachten veel van hen een aantal minuten tot een eventuele bui afgenomen of voorbij getrokken is. Overigens kunnen ze dit vaak zonder problemen doen: bij 73 procent van hen heeft de werkgever er begrip voor als men om die reden wat later op kantoor verschijnt.
Bij hagel, ijzel, onweer en sneeuw ligt het anders: voor veel woon-werkfietsers zijn dit redenen om toch maar met de auto of het openbaar vervoer te reizen.
Het weer is de belangrijkste reden die niet-fietsers aanvoeren om te motiveren waarom zij niet met de fiets naar het werk gaan. Helaas voor hen heeft historische weerdata aangetoond dat het helemaal niet zo vaak regent, zeker niet op de momenten dat het grootste deel van Nederland onderweg is. Voortaan moeten ze toch een andere reden verzinnen.
Bovenstaande feiten zijn de resultaten van een onderzoek van Viking en Buienradar.