Fietsen met kinderen: 8 tips voor succes
Hoe maak je een fietstocht leuk voor je kroost en daarmee ook voor jezelf? En hoe voorkom je dat ze het niet na een half uur al zat zijn? 8 tips om je kans op succes te vergroten.
1. Overdrijf niet
Jij mag misschien een kilometervreter zijn, een kind heeft een beperktere actieradius en is het eerder zat. Bedenk een redelijke afstand en hou je daar ook aan. Twintig tot dertig kilometer is voor veel kinderen echt het matje. Stop op tijd. Zo blijven kinderen het leuk vinden en kun je een volgende keer misschien iets verder weg.
2. Goede spullen
Op een te kleine fiets krijgen kinderen snel vermoeide benen. Ze moeten immers twee keer zo hard trappen. Zorg dus dat je kind op de juiste maat fiets rijdt. Ga je meerdere dagen op pad? Dan is het belangrijk dat de (toer)fiets of mountainbike zo licht mogelijk is. Controleer ook of de verlichting goed werkt, zodat je kind goed zichtbaar is in het verkeer. En overweeg een helm.
3. Zorg voor afwisseling
Rivieren, bruggen, een speeltuintje of kinderboerderij: afwisseling is het toverwoord. Als er maar genoeg vertier is onderweg, is de kans des te groter dat het nageslacht de volgende keer weer staat te popelen.
4. Pas je tempo aan
Met hun kortere benen moeten kinderen meer omwentelingen maken om jouw tempo vol te houden. Dat is voor je kroost niet prettig en bovendien behoorlijk vermoeiend. Heb je oudere kinderen? Laat ze dan juist wél voorop fietsen. Niets saaier dan volgzaam achter pa en ma aan trappen. Voorop kun je kinderen bovendien aansporen om als eerste de bordjes of andere punten op de route te ontdekken.
5. Las pauzes in
En zorg voor leuke pauzeplekken! Een pannenkoekenhuis, voetbalveldje of meertje waar je kunt pootjebaden; kinderen kunnen er hun zinnen verzetten en je verlegt de aandacht even naar iets anders dan de fietstocht. Bovendien is een kindvriendelijke stop meteen een goede beloning. Dat motiveert.
Bekijk ook alle Gastvrij punten langs het water.
6. Laat kinderen meedenken
Bedenk samen een leuke bestemming om naartoe te fietsen en betrek (oudere) kinderen bij het uitstippelen van de route. Zo zullen ze meer plezier beleven tijdens de tocht; ze hebben immers zelf hun steentje bijgedragen. Ook een eigen fietscomputertje of –kaart is een succesnummer. Het is avontuurlijk en je stimuleert je kind om onderweg goed op de bordjes te letten.
7. Maak het spannend
Bijvoorbeeld door van de route een speurtocht te maken. Neem foto’s mee van gebouwen of andere highlights onderweg en laat je kinderen op zoek gaan. Je kunt ook zelf een stempelkaart maken, die ze bij elk gevonden punt mogen laten afstempelen. Volle kaart = beloning! Portemonnee mee voor een ijsje dus…
8. Stoppen is geen falen
Heb je je toch verkeken op de route en is je spruit het hartstikke zat? Neem het ‘m niet kwalijk en ga desnoods met het openbaar vervoer terug. Dwing je een kind om stug door te fietsen, dan kun je een tweede gezinstocht wel op je buik schrijven. Volgende keer beter!
Bron: ANWB.nl