De fiets werd ‘op de groei’ gekocht en het liefst maakten we zoveel mogelijk herrie als we voorbijraasden. 13 keer nostalgie op de fiets. Wat herkent u allemaal?
1. Blokken op de trappers
De fiets werd in veel gevallen ‘op de groei’ gekocht, dus was het heel normaal om een poosje met houten blokken op de trappen rond te rijden.
2. Platte fietssleutel
Vroeger waren fietssleutels plat. Het ene uiteinde was gekarteld, het andere gebogen. Het was een plaatje metaal met gaten erin. Het ding ging onvermijdelijk roesten. Alleen na veel schudden en sjorren ging je fietsslot er mee open. Per toeval. Gelukkig was het meestal helemaal niet nodig om je fiets op slot te zetten. Niemand ging je fiets stelen.
3. Herrie maken
Lekker veel lawaai maken als je rondfietste: dat was pas leuk! Het enige wat je nodig had was een stevig (gekleurd) papiertje en een paar wasknijpers. Bierviltjes of oude speelkaarten werkten trouwens ook. Sommige kinderen noemden het ook wel ‘klepperen’.
4. Schooltas
Rugtassen waren er nog niet, dus bond je als scholier je schoudertas onder je snelbinders.
5. Versieren
Je fiets versierde je de avond voor Koninginnedag met slingers en andere tierelantijnen. Er werden zelfs wedstrijden georganiseerd voor wie de mooist versierde fiets had.
6. Fietsen op de autoweg
We kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar vroeger fietsten we weleens op de autoweg. Dat kon op autovrije zondagen.
7. Fietsen op het ijs
Ook bijzonder: fietsen op het ijs. De winters waren een stuk strenger dan nu, dus het kwam regelmatig voor dat je over een bevroren meer kon fietsen.
8. Lekke band plakken
Een lekke band plakten we altijd zelf. Dat hadden we van vader geleerd.
9. Regenkapje
Ze zijn haast volledig uit het straatbeeld verdwenen, maar vroeger zag je ze veel: regenkapjes. Moeder had er altijd één bij zich, ook op de fiets.
10. De rieten fietsstoel
De rotan fietsstoel voor kinderen achterop. Heeft u er ooit ingezeten
11. Melkboer op de fiets
De melkboer kwam dagelijks aan de deur met verse melk en andere zuivel. Op de bakfiets, met paard en wagen en later ook wel met een gemotoriseerde kar. Heel handig was dat, want koelkasten waren er nog niet. In de winter droeg hij wollen handschoenen zonder vingers om het geld te tellen en de ijskoude flessen te pakken. Vanaf de jaren ’60 verdween de melkboer rap uit het straatbeeld.
12. Luilak
De zaterdag voor Pinksteren werd in delen van het land Luilak gevierd. Op deze dag werden langslapers en telaatkomers bespot. Vooral jongeren vierden het. Fietsen van langslapers werden in lantaarnpalen gehangen en luilakken maakten we wakker door blikjes met touwen aan onze fietsen te binden.
13. De fietssirene
In de jaren ’80 was de fietssirene populair bij kinderen. Sommige sirenes hadden meerdere standen. Je kon kiezen uit de sirene van de brandweer, de politie en de ambulance.
Bron: Fietsen123.nl